Onderzoek Grondbeleid
maandag 20 december 2004 10:12
De ChristenUnie heeft tijdens de raadsvergadering van 16 december uitgebreid gereageerd op het onderzoek over het grondbeleid van de gemeente Zwartewaterland. De fractie is blij dat het onderzoek veel helderheid heeft verschaft.
Mijnheer de Voorzitter,
In de kwestie rond het grondbeleid en het hiermee samenhangende vertrek van oud-wethouder Oegema heeft de raad besloten een eigen onderzoek in te stellen. Een voorbereidingscommissie werd voor de verdere behandeling in het leven geroepen.
Vanavond komen wij tot een bespreking en afronding ervan. De fractie van de ChristenUnie is van oordeel, dat het bijzonder nuttig en verhelderend is geweest. Wij constateren hiermee, dat het een prima zaak is, dat de Gemeentewet uitdrukkelijk voor de raad de mogelijkheid heeft open gelaten zelf een onderzoek of enquête te kunnen doen naar het gevoerde bestuur.
Onze fractie had behoefte om op een aantal punten meer inzicht te krijgen die als volgt zijn samen te vatten:
1. Hoe is in de afgelopen jaren omgegaan met eventueel aangeboden grond aan de gemeente en de vorm van samenwerking, ontwikkeling, exploitatie en afhandeling van woningbouwprojecten;
2. Op welke wijze is de samenwerking met Schep tot stand gekomen en wie heeft hierin geadviseerd en op welke wijze heeft de wethouder zich laten adviseren;
3. Op welke wijze werd de commissie en raad geïnformeerd en waarom werd de regie bij het zoeken naar een partner uit handen gegeven.
Samen met de vragen van de andere fracties werden vier onderzoeksvragen geformuleerd en voorts een aantal subvragen, die vervolgens door de raad werden vastgesteld. De vragen en de beantwoording ervan zijn door de commissie beoordeeld aan de hand van het rapport Lyklema “Land in zicht” en de afzonderlijke beantwoording van de vragen door het college.
Onze fractie kan na grondige beoordeling van de stukken instemmen met het advies van de voorbereidingscommissie zoals dat in het voorstel dat ter tafel ligt is geformuleerd.
Wij hebben voldoende antwoord gekregen op de door ons gestelde vragen en hadden ook geen behoefte om de kwestie in een extra raadsvergadering te behandelen. Deze zou dan drie weken geleden zijn gehouden. Wel hebben wij met een gevoel van grote teleurstelling moeten vaststellen, dat er in de afgelopen jaren een cultuur is ontstaan, waarin met de sectorhoofden en ambtenaren en bestuurders geen open en vertrouwelijke relatie meer was. Dit is funest voor het goed functioneren van het ambtelijke en bestuurlijke apparaat. Ook de oud-wethouder wist hiermee niet goed om te gaan. Hij had dit intern uitdrukkelijk aan de orde moeten stellen.
De sfeer van wantrouwen kwam voor onze fractie vooral tot uitdrukking op het moment dat wij dit voorjaar inzage wilden hebben in de contracten over de grondaankopen. Ook in het dualistisch systeem een niet meer dan normale zaak. De toezegging werd wel gedaan, maar niet waargemaakt. Uit de onderzoeksanalyse blijkt, dat de informatie aan het college en de ambtenaren evenmin op een goede wijze heeft plaatsgevonden. Een veronderstelde mededeling in het najaar 2003 aan de burgemeester is zeker niet voldoende. De zaak was op dat moment al van een zodanig gewicht, dat het college hiervan op de hoogte gebracht had moeten worden. In het vervolgtraject loopt de spanning van het niet met elkaar communiceren op en loopt het uiteindelijk verkeerd af.
Het door de heer Oegema zelf genomen besluit om te vertrekken is een juiste beslissing geweest. Hij heeft het college, de ambtenaren en de raad onvoldoende geïnformeerd en kansen op een beter resultaat voor de gemeente laten liggen door deze niet bespreekbaar te maken en teveel op eigen houtje te handelen. Wij hebben er geen behoefte aan op alle onderdelen van het onderzoek nog uitvoerig in te gaan. Er moet rust, duidelijkheid en een open en vertrouwelijke omgang in de ambtelijke organisatie komen, die gelijktijdig het slagvaardig besturen van de gemeente ten goede komt. Wij horen graag van het college c.q. de wethouder welke stappen hiervoor al zijn of worden ondernomen als het gaat om ondermeer:
1. de aanbevelingen opgenomen in het rapport Lyklema;
2. de collegialiteit in het college, al beseffen wij dat twee hoofdrolspelers hiervan inmiddels geen deel meer uitmaken;
3. de kaders die al eerder zijn vastgesteld over het grondbeleid en de verdere uitvoering van het grondbeleid.
Gemeenteraadsfractie ChristenUnie Zwartewaterland
R. Huls, fractievoorzitter
Ps. In tweede termijn heeft de ChristenUnie teleurgesteld gereageerd op de bijdrage van de heer Rietman (PvdA) met name over de toonzetting en zijn bewoordingen over het democratisch functioneren door over dit onderwerp geen extra raadsvergadering te houden.