Reactie op concept structuurvisie

woensdag 12 november 2003 20:20

De ChristenUnie heeft op 10 november in de gemeenteraad wel degelijk van zich laten horen. Een goed voorbereide Gerrit Knol heeft laten weten het zesde landschap slechts beperkt in te willen vullen met vooral bedrijvigheid. Voor woningbouw ziet hij meer in het opvullen van gaten in de bestaande kernen. Voor de landbouw moet een revitaliseringsproject worden gestart.

door Gerrit Knol, raadslid

Opmerking van te voren: mooi zo’n notie, zo’n beschrijving van alle facetten. Je leest het en zet het op de boekenplank. Maar wat is de praktische waarde ervan. Wat kunnen we er mee. Ontwikkelingen gaan zo snel…..Lastig om te bedenken wat er over 20 jaar speelt. Je hebt niet alles in eigen hand.

Complimenten aan het adviesbureau: Het communicatietraject is goed gedaan. De mensen zijn er bij betrokken en meeverantwoordelijk gemaakt. Goede presentaties. (ook communicatie)

Een aantal bekende oude items vinden we terug. Dan gaat het vooral over de toeristische sector: terrasjes, ambachtelijke en specialistische winkels, wandelpaden, fietspaden.

Wat is nieuw in het rapport:
1. Benoeming 6e landschap (een jarenlange invulling tussen dijk en provinciale weg krijgt een naam en wordt uitgebreid met woningbouw). Dit laatste is visionair.
2. Tapijtwijk (het idee was er al, maar het heeft een naam en er wordt over gesproken)
3. Knooppunt Hasselt (provinciale wegen)

Achtergrond
In de verkenningen mist een belangrijk, inmiddels historisch facet. Een facet dat echter van grote invloed is geweest op het gebied en haar inwoners. Er is sprake van een delta, rivieren en kreken. Dat klopt, maar zo als dat beschreven is, wordt dat allemaal gezien uit dit moment en vanaf het land. Die delta had ook een zeezijde, die rivier stroomde ergens naar toe. Genemuiden lag zo ongeveer aan de zee, Hasselt had dagelijks te maken met eb en vloed, de boerderijen staan niet voor niets op terpen, er liggen kolken, we hebben een Stenen Dijk. Er waren visserschepen en een visafslag etc.

Mastenbroek, de Zuiderzeepolder, de Pieper, de Mandjeswaard en het Kampereiland vormen met elkaar het Deltagebied tussen IJssel en Zwartewater . Het gebied vormt in die zin dan ook een eenheid. Ook in het grondgebruik (rundveehouderij) kenmerkt het zich als een geheel.

De leidende thema’s (vooral het Zwarte Water met de toevoeging “delta”, respect voor landschap en cultuur, cultuur van groei en ontwikkeling) zijn goed gekozen. Het geeft een lijn aan uit het verleden die met respect voor het geen gerealiseerd is, wordt doorgetrokken naar de toekomst.

Als we dat historisch zien dan zien we in bijvoorbeeld de polder Mastenbroek de volgende ontwikkelingen:

zee, moeras, polder, en dan een hele tijd heel weinig en vervolgens de eerste bovengrondse electradraden, de eerste auto, de aanleg van de Werkerlaan, de ruilverkaveling (verdwenen is de karakteristieke wetering met aan weerszijden een smalle weg, verdwenen zijn de bruggetjes) andere bebouwing in de vorm van ligboxenstallen. We zien de hoogspanningsmasten, de groei van de industrieterreinen om zo eens een aantal zaken te noemen.
Dat al deze ontwikkelingen maatschappelijk grote invloed hebben gehad is duidelijk. Maar die verandering is in de laatste 70 jaar het grootst geweest. Op het platteland (lees Geert Mak maar) maar ook in onze kernen. Als we zeggen respect voor het landschap en de cultuurhistorie dan maken we als het ware een foto van iets uit het verleden. We leggen iets vast. Proberen iets te bewaren.Maar de tijd gaat verder en dat gaat steeds sneller. We gaan door met een cultuur van groei en ontwikkeling.

Het grondgebruik, de invulling van onze ruimte, verandert. Er is vraag naar meer woonruimte, meer bedrijfsruimte, meer recreatieruimte, meer natuur, meer infrastructuur, en…..minder landbouw. Was de landbouw eeuwen lang een pure noodzaak voor de voedselvoorziening en decennialang het grootste exportprodukt. Techniek en wetenschap, de wereldmarkt en subsidiestromen hebben voor een grote verandering gezorgd. De landbouw (voor onze gemeente de melkveehouderij) neemt nog steeds een belangrijke plaats in, ook binnen onze gemeente. En ik hoop en verwacht dat er in de toekomst een plaats voor blijft.
In dat opzicht vind ik de verkenningen in de structuurvisie dan ook veel te optimistisch. Voor de onderbouwing van die mening verwijs ik o.a naar het GLTO rapport landbouwverkenning
in de polder Mastenbroek van dec. 2002.
In de cultuur van groei en ontwikkeling zijn er zienswijzen veranderd. Zo is het begrip kwantiteit veranderd in kwaliteit, lokaal in mobiel, productie is voor een deel veranderd in dienstverlening, milieuverontreiniging in nieuwe natuur etc.

De Toekomst
Tegen deze achtergrond hebben we gekeken naar de structuurvisie. En dan komen we tot het volgende commentaar op een aantal grote onderwerpen:

Het 6e landschap
De invulling van de strook tussen dijk en provinciale weg is goed. Daarbij moet wel gekeken
worden naar de eisen uit de Habitatregeling. Ook vinden we dat er tussen Dijk en invulling
een groene strook moet blijven die deels recreatief ingericht kan worden. Bij de invulling van dit 6e landschap vinden we echter geen grootschalige woningbouw passen. Iets in de zin van een landgoed met een aantal woningen dat kan nog. Maar dat is het dan wel. Het gebied krijgt een bestemming voor industrie en dienstverlening met, naar de randen toe, recreatie.
Bij de invulling willen we teruggrijpen op de invulling aan de Oude en Nieuwe Wetering. De boerderijen karakteriseren zich als eilandjes in een open gebied. We willen graag dat er eilandjes van bedrijven/bedrijfsterreinen komen, omzoomd door bomen waardoor de openheid, bijvoorbeeld vanaf de dijken voor een deel gehandhaafd blijft.

Woningbouw
Het inbreiden in de bestaande bebouwing heeft onze voorkeur. Met name een projekt als de Tapijtwijk zien we als een grote uitdaging. Echter, het moet niet zo zijn dat door de inbreiding al het groen in de kern verdwijnt.Denk aan Hasselt . De leefbaarheid en kwaliteit van de bestaande woonomgeving vinden wij erg belangrijk
Voor Genemuiden denken we, voor de invulling van de woonbehoefte aan het Binnenveld en aan een extra “ring” om het Tag die uitkomt tussen de rotonde en de “platweg”. Die vervolgens doorloopt met een invulling voor sportvoorziening tot de Randweg. Om de huidige ruimte voor sportbeoefening in te vullen voor woningbouw is daarbij een gedachte.

Voor Hasselt denken we aan het verplaatsen van de sport naar het gebied tussen Stenendijk en Zandvoortweg. Een invulling van het huidige sportterrein door winkelvoorziening en woningbouw. Verdere woningbouw in een schil om de bestaande woningbouw. In zwartsluis zal de woningbouw in de Barsbeek moeten plaatsvinden
In de kernen Kamperzeedijk, bij de Mastenbroeker kerk en in Genne (omgeving school) kan een aantal woningen gebouwd worden.
Wat betreft de mobiliteit zal de ontsluiting van Zwartwaterland via de Werkerlaan plaats blijven vinden. Vanaf de Werkerlaan komt er een afrit naar Genemuiden.
Een randweg om Ter Wee’s Hoek zou een grote wens zijn. Daarbij zou een deel van de Vaartweg en Dedemsvaart heringericht kunnen worden.

Landbouw
In de landbouw zullen we twee ontwikkelingen zien. Een groot aantal van de rundveebedrijven zal in de planperiode afbouwen of verdwijnen. (ik schat 60% van de bedrijven). Een kleiner aantal zal behoefte hebben aan schaalvergroting. Voor de wijkers zal gekeken moeten worden naar mogelijkheden om inkomen te genereren uit de grondgebonden landbouw en zal er een invulling moeten komen voor de vrijkomende bebouwing. Hierbij zal verloedering tegengegaan moeten worden. Daarbij zien we, hoewel we daarvoor best sympathie hebben, te weinig inkomsten mogelijkheden uit activiteiten als agrarisch natuurbeheer, dag of verblijfrecreatie, productie en/ofverkoop van zgn streekprodukten. (een onderzoek van begin dit jaar gaf aan dat van de 8 onderzochte activiteiten een bijdrage kwam van gemiddeld 10% aan het gezinsinkomen van gemiddeld € 20.000. Je kunt beter een dag uit huis gaan werken)
Als ChristenUnie willen we dan ook een initiatiefvoorstel voorbereiden zodat ook de gebruiksgerichte paardenhouderij mogelijk wordt. We staan erg kritisch tegenover een verdere functieverandering binnen de linten of woonbebouwing omdat dit, in de toekomst, belemmeringen voor de nog aanwezige bedrijven kan betekenen.
Hoewel de landbouw, qua aantal bedrijven, verder zal krimpen blijven er grote bedrijven. Bedrijven die behoefte hebben aan extra grond. Daarnaast en dat wil ik benadrukken, worden er in Nederland nog regelmatig bedrijven opgekocht om woningbouw, bedrijfsterreinen of infra-structuur mogelijk te maken. Een deel van die verkopers wil zich graag hervestigen en het liefst in of bij hun oorspronkelijke regio. Een polder als Mastenbroek zou daarvoor ruimte kunnen bieden, mits de aan te kopen bedrijven voldoende schaalgrootte hebben.

Dat brengt ons tot het volgende idee: is het niet mogelijk om samen met de gemeente Kampen en brancheorganisatie LTO een “revitaliseringsprojekt” op te starten voor het weidegebied tussen IJssel en Zwartewater. We hebben een wethouder die ervaring heeft met revitalisering.
Constateer dat er, door de historische ontwikkeling van dit delta gebied en de strijd tegen het water, een uniek gebied is ontstaan met voor de toekomst een te kleine agrarische schaalgrootte. Een achterstandssituatie dus. Probeer er een europees stimuleringsprojekt van te maken om te komen tot schaalvergroting, door uitkoop en samenvoeging van bedrijven. Geef in de bebouwingslinten aan de Oude en nwe Wetering (en dan praten we dus over Zwartewaterland) mogelijkheden voor nieuwbouw tussen de bestaande bebouwing.

« Terug naar nieuws