Het dilemma van een mooi biologisch melkbedrijf op veenweidegrond dat nat moet blijven!
En daar sta je dan opeens tussen koeien, kalveren en grond. Veel grond, maar niet genoeg om als melkveehouder door te groeien op een confessionele manier. Veenweidegrond in de gemeente Staphort. In het midden van rust, rust en nog eens rust. Eén van de plaatsen waar we als Overijssel trots op mogen zijn. En dat zijn wij als fractie van de ChristenUnie.
Dan gaan we op de biologische toer verder, zo dacht de familie bij wie we op bezoek waren. Met zonnepanelen, plannen voor een kleine windmolen en koeien die zoveel mogelijk buiten zijn. We werden direct toen we het erf op kwamen hartelijk begroet door de twee trouwe viervoeters van de familie. Een vriendelijk onthaal door het gezin volgde. Man, vrouw en zoon vertelden vol trots en enthousiasme de geschiedenis en huidige gang van zaken op hun bedrijf.
We waren er met een brede delegatie van waterschappers, wethouder, fractieleden ChristenUnie Staphort en de Statenfractie. Op het melkveebedrijf is namelijk iets bijzonders aan de gang. Er wordt getest of het inklinken van de veenweidegrond tegengegaan kan worden. Dat gebeurt met onderwaterdrainage. Een gebied van 3 hectare is voorzien van drainagebuizen om te testen of daarmee de bodemdaling gestopt of vertraagd kan worden, terwijl het toch mogelijk blijft om het boerenbedrijf te blijven uitoefenen.
De problematiek van de bodemdaling in de veenweidegebieden is groot. De bodem daalt, waardoor het land te nat wordt, en het waterschap het waterpeil verlaagt. Daardoor daalt de bodem nog verder, en het haalt de cirkel zich. Door de bodemdaling komt er veel CO2 vrij. En het levert verzakkingen van huizen en gebouwen op, o.a. omdat de fundering van gebouwen vrij komt te liggen. Het is duidelijk dat we niet door kunnen gaan in deze vicieuze cirkel.
Als (bio)boer zit je dan met het dilemma
Enerzijds moet je voldoende biologische melk produceren om van te kunnen leven. De koeien moeten in de wei kunnen lopen en machines moeten op het land kunnen. Als grond te nat is kan dat niet. Anderzijds komt er veel CO2 vrij als het grondwaterpeil steeds verlaagd wordt en de bodem verder inklinkt. Een onmogelijke combinatie?
ChristenUnie vindt dat de verzakking van de veenbodem de aandacht moet krijgen die het verdient. Boeren en bewoners moeten kunnen meepraten over de aanpak van de bodemdaling. Zo kan per gebied een plan van aanpak worden gemaakt om de daling te stoppen. Onderwaterdrainage kan een oplossing zijn. Een ondergronds systeem zorgt er dan voor dat een gebied nat genoeg blijft, maar toch bewerkbaar voor de boeren. Testen moeten uitwijzen of dit een oplossing voor de lange termijn is. Ook kan worden geëxperimenteerd met het nat houden van gebieden, om er riet te kunnen telen of andere gewassen die op natte grond gedijen. Het telen van veenmos kan de bodem misschien zelfs weer laten stijgen. Ook dit zal allemaal uitvoerig getest en onderzocht moeten worden.